Oeraluil – Gwin

Omschrijving van de Oeraluil

De Oeraluil (Strix uralensis) is een grote uilensoort met zwarte/donkerbruine ogen en een grote ronde kop.
Kenmerkend is de lange gebandeerde wigvormige staart.

Kenmerken

Lengte 61 cm
Gewicht 700-900 gr.
Spanwijdte 124 tot 134 cm
Kleur lichtgrijs

Verspreidingsgebied

De oeraluil is wijdverspreid in het noorden van Europa en Azië.
Het gebied waar de soort voorkomt strekt zich uit van Sachalin, Japan en Korea in het oosten tot Scandinavië in het westen.
Het is een vogel van de taiga die over het algemeen niet veel noordelijker voorkomt dan 65 graden noorderbreedte.

Voortplanting

Benut grote, oude roofvogelhorsten, holten en nestkasten. Broedtijd maart – april. Grootte van het nest 3-4 eieren, broedduur 28 dagen, nestperiode 34-35 dagen.
Vrouwtje broedt alleen, vanaf het eerste ei. Zij wordt door het mannetje verzorgd en begint pas zelf met jagen als de jongen op het punt van uitvliegen staan.
Maar dikwijls verlaten de jongen al eerder het nest en zitten dan in de nabijheid op de takken. Niet zelden tuimelen ze naar beneden en zijn dan in gevaar.
Met een week of zes zijn de jongen vliegvlug, maar worden nog enige tijd door de ouders gevoerd.

Voedsel

Woelmuizen en spitsmuizen, maar ook andere kleine zoogdieren tot de grootte van een eekhoorn en vogels tot de grootte van een kraai of duif, amfibieën en insecten.

Ondersoorten

Binnen dit verspreidingsgebied worden tien ondersoorten onderscheiden.